Aapje is verdrietig – deel 1
door
In een mooi groot bos wonen allemaal verschillende dieren. Ze zijn allemaal anders en toch horen ze bij elkaar. Tussen de bomen en in de struiken wonen olifanten met korte en lange slurfen, vlinders met gekleurde en minder gekleurde vleugels, konijnen, die hard of zacht kunnen rennen, tijgers met goede ideeën, krokodillen met kleine en grote monden en nog veel meer andere dieren. Ze spelen veel met elkaar. Dat is leuk en ze maken veel plezier. Ze doen heel veel spelletjes. De vlieg vindt het leuk om door een hoepel te vliegen, samen met het konijntje. Het nijlpaard vindt hoepelspringen niet zo leuk. Hij houdt er weer meer van om samen met de krokodil golven te maken in het water. De leeuw houdt weer meer van heel hard rennen met zijn vriendje het hert. Zij spelen vaak tikkertje. De dieren spelen regelmatig samen met elkaar. Dat is ook logisch, want ze horen bij elkaar, want ze wonen samen in hetzelfde bos.
In het bos woont ook Aapje. Hij houdt van stoeien, heel veel stoeien. Soms is hij blij, soms is hij verdrietig en soms is hij boos net als alle andere dieren. O, en Aapje is ook heel vaak aardig. Aapje is soms wel ondeugend. Dan gaat hij water gooien naar de welpjes, of achter de kippen aanrennen, die dat niet leuk vinden. Dat vinden de dieren soms heel vervelend. Ze roepen dan: “Aapje stop met plagen.” Soms stopt het aapje dan met plagen en soms stopt het aapje niet. De olifant vindt het niet fijn als aapje aan zijn slurf gaat hangen. De krokodil wordt boos als aapje aan zijn staart trekt en de bij vindt het niet fijn als aapje hem steeds wil vastpakken. De olifant toetert: “Laat mijn slurf los aapje. Het is geen touw waaraan je kunt hangen.” De krokodil schreeuwt: Laat mijn staart los, ik vind dit niet leuk!” En de bij zoemt: “Als je me vastpakt ga ik prikken hoor, ik wil niet meer met je spelen. Maar wat nu nog niemand weet, is dat aapje steeds minder zal plagen, maar wij weten het nu al wel, omdat ik je dit nu vertel.
Aapje heeft een heel goede vriend. Een vriend, die er altijd voor hem is. En dat is Tijger. Tijger is stoer en lief tegelijk. Tijger heeft heel vaak goede ideeën. Echt heel erg vaak!! Tijger zit lekker tegen een boomstam in het zonnetje, als aapje naar de boom van Tijger slingert. “Hé, Aapje”, zegt Tijger, als hij hem ziet. Gezellig je te zien. “Hé, Tijger”, zegt aapje een beetje verdrietig en zo kijkt hij ook. “Ben je verdrietig Aapje?”, vraagt Tijger. Ja, knikt Aapje. “Bijna niemand wil meer met me spelen en daar word ik verdrietig van”, snikt Aapje. Tijger knikt. Hij begrijpt dat. Aapje zegt: “Wist ik maar wat ik kan doen?” “Mag ik je een tip geven, vraagt Tijger? Natuurlijk mag Tijger van Aapje een tip geven, want Tijger geeft vaak hele goede ideeën. Tijger zegt: “Stop met plagen en duwen als iemand “stop” zegt, dan zal je bemerken dat andere dieren steeds minder over je gaan klagen en je weet het hè: “Ik weet, dat je aardig bent!” Dat weet ik Tijger, lacht Aapje. Hij springt op, want hij heeft veel energie en slingert vrolijk van boom tot boom. In zijn hoofd klinkt: als iemand “stop” zegt, dan stop ik gewoon. Wow, tijger heeft echt geweldige ideeën. En zo is het. Zeker weten.
Terug naar de andere hulpverhalen….