In onze klas helpen we elkaar – startverhaal onderbouw
door
Op het schoolplein is het druk. Voor de schooldeur springen en dansen kinderen. Ze willen zo graag naar binnen. Juf Baas, die de baas van school is, opent de deur. “Goedemorgen lieve, aardige kinderen. Wat fijn, dat jullie er weer zijn. Hebben jullie er zin in vandaag om veel te leren en plezier te hebben?” Sommige kinderen knikken enthousiast van” ja”, andere kinderen vinden, dat de juf wel heel veel lawaai maakt op de vroege morgen.
Het één na het andere kind, doet bij de kapstok de jas in de luizenzak en gaat de klas in. Behalve één meisje. Bij de kapstok staat Frieke. Frieke kijkt om zich heen maar zegt niets. Intussen zitten bijna alle kinderen al op hun plaats in de klas als Frieke nog op de gang staat. Ze kijkt een beetje verdrietig naar beneden. Een grote traan glijdt langzaam naar beneden. Henk vindt het knap, dat Frieke kan huilen zonder geluid te maken. Als hij huilt hoort de hele wereld dat. Fatima loopt naar Frieke toe en vraagt: “Waarom huil je?” Frieke snikt: “Mijn beker is open gegaan in mijn tas en nu is alles nat! En niemand helpt me!”. “Heb je het dan aan iemand gevraagd om je te helpen?”, vraagt Fatima. Frieke schudt van “nee”. “Dan moet je dat de volgende keer gewoon vragen, joh”, zegt Fatima vriendelijk. Dan helpt iemand je vast wel. Want “In onze klas helpen we elkaar.” En nu zal ik je even helpen. Ze lopen met de tas de klas in en maken deze schoon in de gootsteen onder de kraan. Een ander kind komt ook nog helpen. En zo komt het met de tas en Frieke helemaal goed.
Net als de juf Maaike uit Trefwoord wil vertellen, komt Brutus binnen. Brutus is de hond van juf Baas. Hij kwispelt vrolijk. In zijn bek draagt hij een tas, waarop een plaatje met hondenbrokken staat. Brutus gaat zitten en kijkt alle kinderen met smekende ogen aan. “Wat zal Brutus willen”, zegt juf. Misschien moet die plassen”, zegt Ouarda. “Nee”, mompelt Koos. “Als onze hond moet plassen loopt hij rondjes bij de voordeur en piept.” Andere kinderen knikken, dat Koos gelijk heeft. Maar wat wil Brutus dan? Ouarda roept ineens “Ik weet het, ik weet het….Brutus wil hondenbrokjes. Hij wil, dat wij de zak met hondenbrokjes open maken.” Brutus kwispelt nu zo hard dat de billen van de hond ook mee kwispelen. “Brutus wil natuurlijk”, dat we helpen, Juf. “Wel slim van Brutus, dat hij hulp vraagt”, fluistert Koos. “Dat is zeker slim, zegt Pieter, terwijl hij naar de hond loopt. Brutus laat de zak los en Pieter scheurt de zak open. “woef, woef woef woef”, blaft Brutus naar Pieter. “Ah…. woef, woef, woef woef betekent vast dank je wel Pieter”, zegt juf lachend. Brutus boft maar met onze klas, vindt Ahmed. “Hoezo”, zegt Frieda. “Nou”, zegt Ahmed, “In onze klas helpen we elkaar.” Dat weet Brutus natuurlijk. Brutus wandelt de klas uit en de kinderen en juf gaan hard aan het werk.