weerbaarheidstraining of therapie bij pesten (indien nodig)
door
“Is therapie voor mij kind nu beter of een
training?” vraagt een moeder van een twaalfjarig kind.
Deze vraag wordt me niet dagelijks gesteld, maar toch wel regelmatig. Een gepest kind leert op een weerbaarheidstraining, bijvoorbeeld op een Sta Sterk Training, om:
- een sterke weerbare uitstraling te laten zien, als dat zinvol is;
- goed stemgebruik bij vriendelijke en onvriendelijke situaties;
- het maken van een goed oogcontact;
- ontspannenheid kunnen oproepen in moeilijke situaties;
- helpende gedachten toepassen;
- bewust “nee” of “ja “zeggen;
- rustig je eigen mening geven;
- omgaan met conflicten;
- omgaan met pestgedrag;
- aansluiting zoeken en vrienden maken en hoe je dat slim kunt aanpakken;
- leren herkennen en checken van of iets per ongeluk bij je gedaan is, of expres om te pesten en hoe je in beide gevallen kunt reageren;
- hulp vragen en hulp geven en hoe je dat kunt doen.
Het gaat er vooral om, dat je op een krachtige manier leert opkomen voor jezelf, waarbij jij jezelf
kunt blijven.
Op het moment dat angst overheerst en je gedrag blokkeert om acties te ondernemen of als een pestverleden het hedendaagse leven teveel beheerst, dan is therapie zinvol. Een voorbeeld van dat pesten uit het verleden teveel invloed heeft op jouw heden, is dat je niet meer met mensen praat, omdat je bang bent opnieuw gepest te worden. Of dat je mensen afstoot om ervoor te zorgen, dat ze jou niet afstoten, of dat je continue bang bent dat je kind ook gepest gaat worden. Je kunt ook door een pestverleden zoveel aanpassingsgedrag vertoond hebben, dat je nauwelijks nog weet wie je eigen “ik” is. Of claimgedrag vertonen naar mensen die aardig voor je zijn en deze mensen dan door je claimgedrag dreigen te verliezen. enz…
Een weerbaarheidstraining is vooral bedoeld om op een goede manier voor jezelf te leren opkomen en therapie is zinvol om een pestverleden te verwerken en / of jezelf weer te durven zijn. Vaak lopen therapie en weerbaarheidstraining in elkaar over, maar niet altijd.
