Scholen pakken pesten wel vaak aan!?
door
In alle groepen wordt gepest. Pesten is een groepsproces. Dat pesten op een school vaker plaats vindt dan thuis is jammer genoeg logisch en gelijktijdig niet toelaatbaar.
Pakken scholen pesten niet aan? Ik durf de bewering om te draaien. Scholen pakken pesten vaak aan en in sommige gevallen lukt het niet. Dagelijks lossen leraren vele conflicten en pesterijen op door te tolken voor kinderen die elkaar niet begrijpen, door goed om te gaan met kinderen en collega’s (rolmodel), door betrokken te zijn op kinderen, door ze structuur en warmte te bieden, door goed les te geven en door grenzen te stellen.
Het beroerde is bij pesten, dat als het niet in de kiem aangepakt wordt, pesten als gif door de groep heen gaat. En de groep is dan niet alleen de klas, maar ook het lerarenteam en ouders. Vaak volgen daarna verwijten en dat is jammer en maakt het aanpakken van pesten moeilijk en uitputtend voor iedereen. Men voelt zich door elkaar niet meer gehoord en begrepen. Dit niet gehoord voelen geldt echter niet alleen voor ouders maar ook voor leraren.
Pesten is met en zonder methodes m.i. alleen goed aan te pakken als school en ouders daadwerkelijk naar elkaar luisteren. Ouders kunnen goed vertellen hoe kinderen school en groepsprocessen ervaren (en dat weten kinderen vaak erg goed!!!). Leraren kunnen vaak goed vertellen welke rol het kind in de groep speelt. Kinderen hebben een blinde vlek voor hun eigen rol. Waar m.i. vaak de problemen tussen ouders en leraren ontstaan is dat men elkaars informatie niet serieus neemt en/of vertouwt. Tip: leg de informatie naast elkaar, zonder te oordelen, hoe moeilijk dat ook is.
De tweede valkuil voor ouders en leraren is, dat men zich niet erkend voelt, gekwetst is. Daardoor kan men samen niet als volwassenen naar de situatie kijken. Als het ouders en leraren lukt om in hun volwassenen rol te blijven en zich afvragen: “Hoe kunnen wij als volwassenen om deze kinderen heen staan om het pesten stapje voor stapje te tackelen en de sfeer in zo’n groep te verbeteren”, dan is de kans zeer groot dan het pesten flink terug gedrongen wordt.
Dan kunnen wij als volwassenen samen kijken naar:
Wat is ons beleid m.b.t. pesten op school? Geven we wel of geen straf? Is er een vertrouwenspersoon m.b.t. pesten? Houden we bij wie pesten en meelopen? Hoe houden we pleinwacht? Hoe houden we zicht (letterlijk) in de gangen? Hoe krijgen we zicht op pesters en meelopers? Met wat voor pesters hebben we te maken? Waar gebeurt het pesten? Welke kinderen zijn de outsiders (en dus mogelijke verdedigers) en welke kinderen zijn verdedigers? Welke rol speelt de gepeste? Wat is de rol van elke volwassenen in de school? Vergeet hierbij ook niet de belangrijke rol van een conciërge. Wat zijn de hulplijnen in het pestprotocol en de harde lijn? Hoe informeren we ouders en werken we samen? Hoe maken we onze samenwerking zichtbaar zodat kinderen aanvoelen dat we dit doen om hen te helpen. Hoe schakelen we de kinderen in bij het aanpakken van pesten? Hoe maken we van alle kinderen helpers van de goede sfeer? Hoe zorgen we dat kinderen zich allemaal gewaardeerd voelen? Hoe zorgen we dat ouders en alle schoolmedewerkers zich gewaardeerd voelen? Hoe kunnen wij als ouders buiten schooltijd helpen? Hoe leren we de kinderen (ook de pesters) als ouders en leerkrachten echt kennen? Kortom: hoe vormen we een gemeenschap met elkaar?
Op veel scholen gebeuren deze dingen al (voor een deel). Maar als het misgaat is de impact zo groot. Het pestprobleem tot nul terugbrengen is m.i. helaas niet realistisch, maar het is wel een heel goed streven. Niet door elkaar de zwarte piet toe te spelen, maar door serieus vanuit een volwassen rol samen te werken.