Pesten op school aanpakken – de stopmethode (uit: VPNEW)
door
Pesten op school aanpakken
de stopmethode = grens aangeven
Hieronder staat beschreven, hoe u de stopmethode kunt invoeren. De stopmethode is te gebruiken op scholen waar pesten (op dit moment) een probleem is; de stopmethode is dan eerst een noodstopmaatregel, maar de stopmethode kan ook prima preventief gebruikt worden op scholen waar pesten nu geen probleem is. Een kind kan met de stopmethode duidelijk de grens aangeven en vertellen wat zijn of haar behoefte is.
De stopmethode werk ook goed bij het oplossen van ruzies / conflicten.
De stopmethode werkt met de volgende stappen:
1. Vriendelijk vertellen wat je wil. “Piet wil je stoppen met tegen mijn tafel te schoppen, want…?”
2. Strenger en luider/krachtiger zeggen dat je iets wil. “Piet stop met tegen mijn tafel te schoppen!”
3. Zeggen wat je gaat doen als de ander doorgaat. “Piet als je nu niet stopt ga ik naar de juf / meester.”
4. Naar de juf of meester of docent gaan.
5. De leraar gaat bemiddelen tussen beide kinderen. (a) emoties laten afkoelen, door ze te benoemen en daardoor te (h)erkennen om en om bij beide personen. (b) Door de vraag te stellen: “Wat zou je de ander willen vragen?” Heel vaak is het probleem dan al opgelost. Komen de emoties weer op begin dan weer bij het benoemen van de emoties (a) en doe daarna weer stap b.
6. De leraar vraagt: “Is het zo is opgelost? Moet er nog iets gebeuren?” Als het opgelost is krijgen de kinderen een compliment, dat ze het probleem samen hebben opgelost. Al er nog een probleem is wordt dat nog (later) besproken.
Doordat de procedure steeds hetzelfde is leren de kinderen al snel aan te geven wat ze graag willen. Belangrijk is dan ook (en dat moet je de kinderen vertellen) dat ze dan ook goed luisteren naar wat de ander wil. Kinderen leren daardoor zelf hun problemen op te lossen, want ze hebben ervaren hoe je dat kunt doen!
Op deze manier kan een kind:
- snel conflicten (helpen) oplossen.
- grenzen aangeven, eerst vriendelijk, daarna strenger, hetgeen in pestsituaties en ook in conflictsituaties belangrijk is.
- hulp inroepen van leerkracht, niet direct, maar als de ander doorgaat. De ander kan nog voor die tijd stoppen.
- Aangeven wat je graag wil en luisteren naar wat de ander wil. (=rekening houden met elkaar) en voor jezelf nagaan of je aan de wens van de ander tegemoet kunt komen of spreken over het meest haalbaar is, of alternatieven zoeken, want het probleem is
pas opgelost als iedereen blij is!Je kunt de kinderen ook leren zelf deze “uitpraatwijze” toe te passen.