de hockeyclub en de klas
door
Sommige opdrachten blijven je bij, zoals deze. Jaren geleden werd ik gebeld door een directeur of ik eens wilde komen observeren in een bovenbouwgroep. Verschillende ouders klaagden over elkaars kinderen. De leerkracht vond het een leuke, gezellige groep en zag geen problemen. Observaties gedaan door de directeur en I.B.-er boden geen soelaas. Het leek of de kinderen het goed met elkaar konden vinden, maar was dit schijn? Ik wilde graag deze groep observeren. Dit zijn uiteraard interessante opdrachten. Als ik “iets” zou ontdekken mocht ik met de groep aan de slag.
Op een woensdagmorgen betrad ik de school. Er heerste onder de leerkrachten een gezellige sfeer. Samen met de leerkracht was ik eerder in de klas dan de kinderen. Om 8.45 uur stroomden de leerlingen naar binnen. Ze vroegen nieuwsgierig wat ik kwam doen en wie ik was. Ik vertelde mijn naam vertelde dat ik kwam kijken. Ze vonden het prima. Na een vriendelijke oproep van de leerkracht gingen de kinderen zitten. Het geheel kwam relaxt over. Halverwege de ochtend hadden de kinderen gym. Ik kijk bij groepen in pedagogische problemen graag bij een gymles. Als ergens onderling gedoe kan ontstaan is het daar wel. Maar wat er ook gebeurde, de gymles verliep voortreffelijk. Ik zag sportiviteit, behulpzaamheid en humor en ook de gymleerkracht gaf aan dat ze dit een hele leuke groep vond. Het werd steeds raadselachtiger. Waar zat nu het probleem?
Het laatste uurtje werd besteed aan handvaardigheid. Het bood me ook de gelegenheid om met wat kinderen van gedachte te wisselen. Het bleek de kinderen elkaar wel mochten. Ze gingen graag naar school. Voor de neus weg vroeg ik of iedereen wel bij elkaar wil zitten en samenwerken. Een meisje grinnikte wat. Ja hoor wij wel, maar een paar ouders zeuren erover, dat …… en ……. en……. niet naast elkaar mogen zitten omdat hun ouders ruzie hebben op de hockeyclub.
In dit geval hadden dus de leerlingen geen problemen met elkaar, maar een paar ouders, die dan ook nog eens probeerden andermans kinderen zwart te maken en andere ouders daarin mee te trekken. Gelukkig speelde deze situatie nog niet zolang en kon de directeur met die ouders in gesprek gaan om hen dringend te adviseren de onderlinge problemen op te lossen of in ieder geval niet aan hun kinderen over te dragen.
Uiteraard hoefde ik in deze groep niets te doen.
Ga terug naar de verzamelpagina van de blogs over pesten, cyberpesten en sociale veiligheid.