column 5 – imagoschade
door
Beste mensen, ik denk, dat ik het verpest heb. Namelijk, dat jonge mensen massaal gaan kiezen voor een baan in het onderwijs. Ik heb dit edele beroep bijna de nek omgedraaid. Onbewust imagoschade aangebracht aan het prachtige vak van leraar. Wat is er gebeurd? Afgelopen dinsdag had ik na schooltijd het één en ander te doen voor school. Daarna moest ik nog een deel van een rekentoets nakijken en invoeren, om tenslotte nog een training voor onze TSO voor te bereiden. Om dit relaxt te kunnen doen, had ik brood en wat soep meegenomen, zodat ik kon doorwerken totdat alles af was. Tegen 19.00 uur was ik klaar. De volgende dag in de kring zei één van de leerlingen: “Meester Theo, ik zag je om zeven uur nog op school.” De kinderen keken me vol ongeloof aan. Ik vertelde, dat ik het rekenen nog moest nakijken en invoeren, zodat zij vandaag met rekenen zouden kunnen remediëren.”Nou, dat zou ik niet willen hoor”, mompelde ergens een kind.
Dan hebben we ook nog een uitkeringsorganisatie, die waarschijnlijk ook geen nieuwe mensen meer weet aan te trekken. De leiding van die organisatie heeft “hun” medewerkers verplicht niet zo punctueel te werken om fraude te bestrijden. Lekker werkcultuurtje. Deze medewerkers zullen op een verjaardag vast geen reclame maken voor hun instelling. Trouwens als je werkt bij de redactie van RTL-Late kun je ook beter even ontmoetingen met medemensen overslaan, denk ik.
Maar ik heb het goedgemaakt voor mijn vak. Vrijdag j.l. gaf ik les. We begonnen met het liedje “samen” uit Trefwoord, een methode voor levensbeschouwing. Ik zat achter de computer en schakelde daarna soepeltjes over naar de klassieker “Samen zijn” van Willeke Alberti. En daar zongen bijna 56 enthousiaste kinderen uit twee groepen acht plus een energieke collega in een gemoedelijke sfeer luidkeels het refrein mee. Kijk, als iemand dan een klas binnen stapt, wil deze persoon ongetwijfeld direct leraar worden.
Mensen, die het begrip “samen” ook een mooie betekenis gegeven hebben, zijn de kinderen Tim en Bart, die zegeltjes spaarden voor speelgoedautootjes en dit gaven aan kinderen in een ziekenhuis. Deze kinderen hebben geen Kanjertraining meer nodig om een witte pet te dragen. Topkids van acht en zes jaar.